Oecumenische Basisgemeente Apeldoorn |
Willen, hebben, zijn.1 februari 2015 |
Welkom Van harte welkom in deze viering. Hebben en zijn Op school stonden ze op het bord geschreven. Hebben is niets. Is oorlog. Is niet leven. Hebben is hard. Is lichaam. Is twee borsten. Zijn is de ziel, is luisteren, is wijken, MededelingenZingen: Dat ik aarde zou bewonenWoordentombola
Kennen jullie dat? Zo’n apparaat dat in de hoek van een cafe staat, of in een snackbar, of in een gokhal. Er gaat een serie plaatjes rollen, dan moet je op een knop duwen en dan staat het stil. Een fruitautomaat. De kunst is om precies op het goede moment op die knop te duwen zodat je drie dezelfde plaatjes op een rij krijgt. Drie peren, of 3 appels, of 3 huisjes of 3 boompjes of 3 beestjes. Nou, met zo’n fruitautomaat-gevoel begonnen wij aan de voorbereiding van deze viering. Alleen kregen wij geen plaatjes, maar woorden toebedeeld. Er is een tombola van woorden, en na het duwen op de knoppen stonden daar drie woorden op een rij: willen hebben zijn. Er had ook wat anders uit kunnen rollen. Er zitten heel veel werkwoorden op de rol. Tegenwoordig hoef je er deur niet meer voor uit om naar de snackbar te gaan om dit spel te spelen. Je kan het ook thuis als computerspelletje doen. De techniek gaat heel snel vooruit. En dat biedt nieuwe kansen. Tot nu toe komt er bij elke druk op de knop maar één woord tevoorschijn, maar het zal vast niet lang duren voordat er combinaties van woorden op het scherm komen te staan. Kijk, en dan wordt het nóg interessanter. Want denk eens aan de vele mogelijkheden die dan ontstaan: Nou ja, zo kan je nog een hele tijd doorgaan. En dat is ook goed en mooi. Zo blijven we met een heleboel mogelijke woorden in gesprek, mensen onderling, in deze wereld. Maar ja, terug naar onze fruitautomaat in de snackbar met de enkelvoudige woorden, willen hebben zijn. Maar ja, dat stond er niet. Zingen: Wij gaan de weg van oude woordenWillenToen wij als voorbereidingsgroep stilstonden bij het woord willen, kwamen we al pratend op de discussie of de mens een vrije wil heeft. Iedereen heeft vast gehoord van het boek van Swaab met de titel ‘Wij zijn ons brein’. Swaab verdedigt de stelling dat de mens geen vrije wil heeft, maar aangestuurd wordt door het eigen brein. Herman van Praag, psychiater, heeft een boek geschreven ‘Het verstand te boven’. In dit boek neemt hij stelling tegen de gedachte, dat de mens zijn of haar eigen brein is. Hij noemt diegenen die vinden dat alles draait om het brein, neuraal deterministen. Zij vinden dat de mens niet over een vrije wil beschikt. Ons hele doen en laten zou bepaald zijn door onze voorgeprogrammeerde hersenen. Het is een soort predestinatieleer, die verklaard wordt vanuit een neurobiologische opvatting. Van Praag maakt dan de gedachtensprong naar de geest en zegt: Wij zijn er dankzij ons brein. Maar wij zijn niet ons brein. We zijn veel meer dan ons brein. Wij hebben ook onze 'geest'. De geest heeft het brein wel nodig, maar de geest is niet hetzelfde als het brein. Van Praag gaat dan verder en zegt: Wij zijn bovenal onze geest. Bij geest gaat het om onze eigenheid, onze authenticiteit, dat wat de Engelsen selfhood noemen. Wat voor een mens zijn wij? Meer een verstandsmens of meer een gevoelsmens? Waar liggen iemands interesses: op het gebied van de literatuur, de kunsten, de techniek, de sport? Wordt er gemakkelijk contact gemaakt, voelt iemand anderen gemakkelijk aan of is hij meer een afstandelijk type? Wat zijn de verwachtingen, de ambities, teleurstellingen, ondeugden en hebbelijkheden? Waarop heeft hij zijn hoop gevestigd? Van Praag gaat in zijn boek verder ook in op zingeving. Hij schrijft hij hierover: Wat zijn de drijfveren om te leven? Een belangrijke krachtbron schuilt in de zín die men eraan weet te geven. Een mens komt ‘leeg’ ter wereld, dat wil zeggen, nog zonder bestemming, oogmerken of ervaringen. Hij of zij is een complex van mogelijkheden, maar draagt nog geen bagage met zich mee. In de loop van de tijd vult hij of zij het eigen leven in, goeddeels naar eigen keuze. Betekenisgeving geldt voor de eigen persoon. Men wil tevreden zijn met en over zichzelf. Maar iemand wil ook van betekenis zijn voor anderen of voor de samenleving. Alleen het éigen bestaan betekenis geven, staat gelijk aan maatschappelijke onverschilligheid. Een dergelijke instelling vult mogelijk een leven, maar vérvult het niet. Betekenisgeving veronderstelt een zekere mate van altruisme, oog hebben voor wat de ander ten goede komt. Herman van Praag maakt dan een gedachtensprong naar creativiteit. Hij zet zich af tegen de gedachte dat de mens als ideaal lui zou willen zijn. Hij draait het om en beweert precies het tegenovergestelde, namelijk dat mensen juist doelen willen stellen en uitgedaagd worden om creatief te zijn. Hij zegt: God symboliseert een onbeperkte en niet aflatende creativiteit. Desondanks schiep hij een wereld die onvolmaakt is, onaf, waaraan voortdurend geschaafd en gebouwd zal moeten worden en die vermoedelijk nooit ‘af’ zal zijn. En dit had een bedoeling. Gods verbod om van de boom der kennis van goed en kwaad te eten, kun je opvatten als een test. De Eeuwige stelt de mens op de proef, dat lezen we vaker in de Bijbel, denk aan Abraham en Job. De Eeuwige heeft misschien vol spanning toegekeken in afwachting wat de mens zal gaan doen. Zullen ze het verbod om van de boom te eten opvolgen of negeren? Als de mens het verbod in de wind slaat, ontstaat er een hele nieuwe situatie. Herman van Praag zegt hierover: Het eten van de appel is voor de mens van grote waarde. We hebben hiermee het moreel besef gekregen tussen goed en kwaad, en niet te vergeten, weetgierigheid. En hoop en verwachting. We bezitten kennis, we hebben een drang naar kennis, en we zijn actief en creatief. De schepping en onze samenleving zijn onvolmaakt, onaf. Daar kan heel veel aan verbeterd worden. Aan ons is de keuze om daar aan te werken, we hebben veel kennis verworven en we hebben een vrije wil om te kiezen. Zingen: Dat verlangen dat maar blijftSprookjes van Grimm: Vrouw HolleSprookjes werden en worden in vele landen verteld, mondeling overgedragen. Vrouw Holle PianomuziekHebbenHebben: een hulpwerkwoord. “Ik heb” betekent niets, het krijgt betekenis met een ander woord erbij. Bijvoorbeeld: ik heb een boek. Door deze “bril” kun je in het sprookje van Vrouwe Holle kijken naar de (stief)moeder en de tweede dochter. Hun gedrag wordt ingegeven door hebzucht. Hebzucht is een schaduwkant van het verlangen. Als het verlangen geen oog meer heeft voor het ‘al aanwezig zijn’, voor datgene wat er al is, maar uitloopt in een drang tot steeds meer hebben, wordt het hebzucht. Het is alsof in het verlangen iets eenzaams sluimert dat als het wakker wordt, alles kapot kan maken met zijn hang naar bezit. Elk perspectief gaat dan verloren in groot vertoon en luchtkastelen. Onze consumptiemaatschappij draait op het wakker roepen en manipuleren van verlangens. Zo werkt reclame namelijk. Het roept een begeerte in je wakker en richt die vervolgens heel handig op bepaalde producten. Verlangen heeft echter ook een creatieve kant. Het is een gevoelsmatige prikkel die verandering oproept, het is een stimulans van het hart. Een verlangend hart kan mogelijkheden zien waar het denken dat niet kan. En zodra het hart die mogelijkheden heeft gezien, kweekt het -verlangen in het hart- ontevredenheid met wat er is, het laat een gevoel van ongeduld opvlammen om wat nog niet tevoorschijn is gekomen. Dromen en fantasieën laten zien in welke richting ons verlangen, de stimulans van ons hart, ons graag zou leiden. Door op je dromen te letten, ontdek je de verlangens in je binnenste. Eva wilde graag eten van de appel. Ook een verlangen, maar dan niet ingegeven door het hart. Genieten wij ook wel eens van het werk van anderen, voor ons onbekenden? Wellicht vaker dan we in eerste instantie denken: We weten immers niet wie het graan voor ons brood verbouwde, wie het graan maalde en wie vervolgens ons brood bakte. Aandacht geven aan de dingen die we hebben, wordt tot een scheppende handeling als we er in slagen de dingen, de voorwerpen waarmee we dagelijks omgaan, weer leven in te blazen, zoals we van smeulende as weer een vuurtje kunnen maken. Aandacht geven aan de dingen, doet hen glanzen, maakt hen bezield. Dat stilt het verlangen naar meer, er komt iets tevoorschijn, er ontstaat een relatie met het ding, er draait iets om. In dat geheimzinnige, stille punt ontstaat een ander verlangen. Een verlangen naar delen, geven. Collecte voor de WenumhoeveZingen: Deze wereld omgekeerdZijnEerst maar eens kijken in het Groot Woordenboek der Nederlandse taal, de Dikke van Dale. JE MAG ER ZIJN, je bent oké, wil niet zeggen dat alles goed is wat je DOET. Je kunt iemand respecteren om wat hij is en tegelijkertijd vinden dat zijn gedrag hartstikke fout is. ZIJN is NU. Niet hiervoor, niet hierna, NU. Ben je aan het tobben? Lig je ’s nachts wakker? Waar gaat het dan om? Altijd over wat geweest is of wat nog komt. Zelden over NU. Toen ik dat voor het eerst las in het boek van Eckhart Tolle: “De kracht van het nu”, was dat een openbaring voor mij. LEEF NU. Geniet NU. Ik oefen al jaren, met wisselend succes. Ik wil graag eindigen met een gedicht van Liselore Gerritsen. In het laatste couplet spreekt zij over liefde. Als God Liefde is, kun je die beide woorden, God en Liefde, wat mij betreft moeiteloos omwisselen. STA EVEN STIL. Wie dat kan en wil, mag opstaan. STA EVEN STIL. Sta even stil, Sta even stil, Sta even stil Liselore Gerritsen Uit “Oktoberkind.” Zingen Adem ons openZegenStraks gaan we weer van hier, ieder naar zijn eigen huis, als gezegende mensen. De liefde van de Eeuwige, Alomtegenwoordige, Ongeziene, Dichtbije
gaat met ons mee. |
Indien u op de hoogte wil blijven van de activiteiten van
onze oecumenische basisgemeente kunt u zich abonneren op onze digitale
nieuwsbrief.
Stuurt u dan een e-mail naar: info@oecumenische-basisgemeente-apeldoorn.nl
Bijgewerkt: 7 ........